veranderen op sectorniveau, ken jij deze waardevolle inzichten al

Wat als je niet één school wilt veranderen, maar het gehele onderwijs? Of niet één ziekenhuis, maar de complete zorg?

In veel van de projecten waar wij aan werken, lopen we tegen de grenzen van de eigen organisatie aan. Bijvoorbeeld omdat er een grote afhankelijkheid is van enkele ict-leveranciers die lastig te beïnvloeden zijn. Of omdat we werken aan initiatieven die er expliciet op zijn gericht om andere organisaties te veranderen. Een voorbeeld hiervan is  Registratie aan de Bron.

Geen standaard veranderaanpak
Bij Wielinq kiezen we niet voor een standaard veranderaanpak. Er is geen aanpak die altijd het beste werkt. Wel kan je beredeneerd zoeken naar een aanpak, met bijbehorende interventies, die zorgt voor het meeste resultaat met de minste inspanning. In deze blog willen we een start maken met de zoektocht naar de manier waarop je naar vraagstukken kan kijken, die gaan over het veranderen van een sector. We starten door te kijken vanuit twee invalshoeken; transities en het gedragsveranderingswiel. Binnenkort verschijnt een tweede blog met voorbeelden vanuit de praktijk.  

Er is veel geschreven over veranderkunde, maar weinig wat specifiek ingaat op veranderingen op sectorniveau. De meeste boeken gaan over het veranderen van individuen (coaching), teams (zoals van Martijn Vroemen of Marijke Lingsma) en organisaties (zoals van Leon de Caluwé en Hans Vermaak of het boek van Marco de Witte).  

Transities en transitiekunde
Jan Rotmans en het instituut Drift van de Erasmus Universiteit Rotterdam, hebben veel onderzoek gedaan naar de transities en transitiekunde en hier ook over gepubliceerd. In hun optiek is een transitie een ingrijpende wijziging in de structuur van een maatschappelijk systeem. Het kost 1 tot 2 generaties (25-50 jaar) om hierin een verandering te realiseren. Misschien wel realistisch, maar tegelijkertijd ook een heel andere doorlooptijd dan de projecten waar wij aan werken. Desondanks zijn er uit de aanpak die zij voorstellen een aantal interessante elementen te halen.  

Zij maken onderscheid in drie verschillende niveaus: 

  • Macrotrends: het landschap van technologische, politieke, economische of andere trends die invloed uitoefenen. Denk hierbij aan ontwikkelingen zoals klimaatverandering en globalisering die vragen om een aanpassing van het systeem. 
  • Het meso-niveau: de dominante structuren (regels) en partijen. Vaak weten organisaties zich aan te passen aan de veranderingen, maar soms kan er spanning ontstaan als het steeds lastiger wordt om zich aan te passen.  
  • Micro-niveau de vernieuwers. Kleine start-ups, nieuwe initiatieven die fundamenteel afwijken. Vaak kunnen deze organisaties beter inspelen op de grote trends, omdat zij niet vastzitten in structuren, maar gelijktijdig zijn zij kwetsbaar en is het lastig om door te breken.  

Hun visie is dat de transitie ‘doorbreekt’ als ontwikkelingen op micro- en macro niveau aan elkaar worden gekoppeld. Het tussenliggende niveau is vaak zo hecht dat hierin weinig bewegingsruimte zit. Partijen zitten hierin vast in de huidige situatie en het bijbehorende verdienmodel.  

De aanpak om dit te realiseren bestaat uit een aantal elementen en begint met het ontwikkelen van een visie, waarbij alle stakeholders worden betrokken (”Whole system in the room”). De Uitdaging is om hierin op kleine schaal te zoeken naar, en leren over, oplossingen voor grootschalige problemen.  

Als vervolg hierop stellen zij voor om een zogenaamde transitie arena te organiseren waarin vernieuwende koplopers en mensen met invloed bij elkaar worden gebracht. Na de confrontatie worden duurzaamheidsvisies ontwikkeld; uitdagende toekomstbeelden die richting geven aan de te ontwikkelen transitie activiteiten. De laatste stap is het uitvoeren van experimenten.  

Interventies om de verandering te realiseren 

The behaviour change wheel – Michie S, Stralen MM van, West R

In het vakgebied van transitiemanagement worden de interventies vervolgens onderverdeeld in drie categorieën: 

De eerste categorie bestaat uit interventies die druk zetten op gevestigde orde; zoals het berekenen van maatschappelijke schade van de huidige situatie en het gericht afbreken, aanpassen en uitfaseren van onduurzame praktijken. Een voorbeeld hiervan zijn de campagnes van Wakker Dier, die keer op keer de negatieve aspecten van de intensieve veeteelt in het nieuws brengen en zo druk zetten.

De tweede categorie bestaat uit het zetten van stappen binnen de opkomende orde; zoals het uitlichten van de impact van nieuwkomers en vormen van onorthodoxe netwerken rondom koplopers. Een voorbeeld is het werken met leerlabs of versnellingsprojecten, waarbij de ruimte wordt gecreëerd voor startups om experimenten te doen.

De laatste set van interventies gaat over het schakelen tussen gevestigd en opkomend; zoals het creëren van coalities en netwerken. Een voorbeeld uit een van de projecten waar wij aan hebben gewerkt is het organiseren van ‘vissenkom gesprekken’, waarbij bestaande leveranciers konden meeluisteren terwijl klanten hun wensen bespraken.  

Wil je meer lezen over transitiekunde? Bekijk dan eens de website van Drift 

Een andere manier van kijken, het gedragsveranderingswiel
Een andere theorie die kan helpen is het gedragsveranderingswiel van Susan Michie, Lou Atkins en Robert West. Deze theorie komt vanuit de psychologie en biedt een gestructureerde manier voor het begrijpen van gedrag en ontwerpen van interventies gericht op het veranderen van gedrag. In hun model verklaren ze het gedrag van mensen vanuit drie aspecten, die elk bestaan uit twee componenten: 

  • Capaciteit: fysieke capaciteit, zoals vaardigheden en psychologisch capaciteit zoals kennis. 
  • Gelegenheid: fysieke gelegenheid, zoals tijd en middelen en sociale gelegenheid zoals culturele normen en interpersoonlijke invloeden. 
  • Motivatie: reflectieve motivatie, zoals plannen en bewuste intenties en automatische motivatie, zoals emotionele reacties en impulsen. 

Interventies om de verandering te realiseren
Op basis van de analyse die het huidige gedrag verklaart, kan een keuze gemaakt worden uit een of meerdere van de 9 interventiefuncties om dit gedrag te beïnvloeden: voorlichting, overtuiging, beloning, dwang, training, beperking, aanpassen van de omgeving, modeling en facilitering. Voor elk van de interventiefuncties zijn in het boek verschillende voorbeeld interventies uitgewerkt, in totaal 93. Wat in onze optiek zo mooi is aan het gedragsveranderingswiel, is dat een raamwerk geeft voor analyseren van het huidige gedrag en richting geeft aan de interventies om dit te doorbreken. Dit is niet 1 op 1 te vertalen naar sectorverandering om dat het beïnvloeden van het gedrag van een individu een andere dynamiek kent dan het beïnvloeden van een organisatie, maar de raakvlakken zijn groot.  

Samenvattend
Het gedragsveranderingswiel en de concepten uit de transitiekunde zijn twee verschillende invalshoeken die kunnen helpen bij het maken van een analyse en vormgeven van interventies.  

Op 29 juni 2022 organiseerden we bij Wielinq een bijeenkomst waarin we met drie experts vanuit drie verschillende sectoren (zorg, onderwijs en gemeenten) hebben gekeken naar de praktijk. In een volgende blog lees je hier meer over.

In de tussentijd niks missen? Volg ons ook op LinkedIn 

Meer weten over veranderen op sectorniveau? Neem gerust contact met ons op.

Arjan Geurts

Meer lezen

Meer lezen, bekijk Actueel om alle berichten te bekijken.

Menu